Ik ben ooit één keertje naar een psycholoog geweest voor een groot onoplosbaar probleem dat ik wellicht heel mijn leven met me mee zal zeulen. Maar goed dat er geen divan in de kamer stond, anders was ik daar onmiddellijk weer weggerend. De jonge man maakte notities op een cursusblok en naarmate ik mijn verhaal deed, kwamen er steeds meer pijltjes, vierkantjes en cirkeltjes bij.
Vijfenveertig euro en een uur later stond ik weer op de stoep.
“Hefffftig,” had hij gepiept. En opnieuw laat ik een mens achter in staat van algemene verwarring, dacht ik toen ik zijn klamme handen teruggaf.
Ik kon niet ophouden met schateren wanneer ik naar mijn wagen stapte. Terwijl ik eigenlijk eerder behoorde te huilen.
@Nele. Die man is nu aan een divan toe. Haha!
Euro – euro
terug gaf – teruggaf; trouwens, je ‘speelt’ een beetje met de tijd: dacht ik wanneer ik zijn klamme handen terug gaf. Beter is m.i. : dacht ik toen ik zijn klamme handen teruggaf. Of, dacht ik wanneer ik zijn klamme handen teruggeef.
Terwijl ik eigenlijk eerder behoor te huilen – Terwijl ik eigenlijk eerder behoorde te huilen.
@Han: bedankt voor de verbeteringen. ☺
@Nele. Geen dank en nooit betweterig bedoeld, hoor.
Feedback ervaar ik nooit als betweterig, van jou niet en van anderen ook niet. Ik beschouw het als een cadeautje dat je kunt uitpakken of gewoon kunt naar kijken. #Zoiets…
Dus Han… Toch bedankt. ?☺
@Nele. Dank je, mede namens de heer Vreeswijk.