Met alle woede die ze in zich heeft, smijt ze de voordeur dicht. Haar sleutels komen met een luide plof in het voorziene bakje terecht en haar pumps schopt ze nijdig uit.
‘Hoe durft hij!’, briest ze. ‘Waar haalt hij, godverdomme, het lef vandaan?! Hij, hij, … .’
Rood aangelopen stampt ze door haar appartement, richting keuken. Ze had zich nog nooit zo vernederd gevoeld. De klootzak! Ze zou hem wel krijgen. Oppassen, dat moest hij. Wie laatst lacht, best lacht. Het jaar was nog maar pas begonnen. Cliënten genoeg, ze was er zeker niet vies van om ze van onder zijn neus vandaan te kapen.
Ze zou laten zien wat ze kon en dan … Dan zouden de champagnekurken voor haar knallen!
De verontwaardiging is voelbaar. Mooi stukje.
dank voor je reactie