Warm zonlicht valt de bedompte zolderkamer binnen. Glasroedes verdelen de streep warmte in vier langgerekte vlakken die zich op het antieke meubelstuk neervlijen.
Extatisch bekijkt de man het kleinood behoedzaam van alle kanten. Hij leunt achterover op het versleten rode leer van de captainschair en kan een glimlach niet onderdrukken. Zojuist heeft de dressoir opnieuw een schat prijsgegeven! Na de vondst van kostbare juwelen, was eerder al gebleken dat het meubel had toebehoord aan de bourgeoisie van Frankrijk: Madame de Chauvigny had aan het einde van de negentiende eeuw al haar bezittingen moeten verkopen.
Hij slaat het dagboek open bij de bladgouden bladwijzer op pagina drieëntachtig:
Mijn minnaar is vermoord. Ik ben hier niet meer veilig.
Handenwrijvend leest hij verder.
@Alice. Mooi, sfeervol beschreven.
@Alice. Ik sluit me bij Ewald aan. Het cursief geschreven stukje hoort niet tussen aanhalingstekens te staan: of het een of het ander.
Dank jullie wel, heren!
Alice: graag ook het vervolg. Ik zit gelijk in het verhaal, zo beeldend beschreven.
Ja, dat roept het bij mij ook op… hoe loopt dit af?
spannend Alice.