De dominee declameerde uit Thessalonicenzen.
âBroeders en zusters, wij willen u niet in het ongewisse laten over de doden, zodat u niet hoeft te treuren, zoals zij die geen hoop hebben.â
âVerrek,â dacht ik, âmijn grootouders tekst.’
De dominee stampte door.
âWij, die in leven blijven tot de komst van de Heer, zullen de doden in geen geval voorgaan.â
Ik had mijn ogen gesloten, door mijn oogleden heen bemerkte ik dat het helder licht werd. De regen was gestopt, op mijn wangen voelde ik de warme zonnegloed.
De dominee vervolgde.
âWanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem verheft en de bazuin van God weerklinkt,â declameerde hij.
Op straat klonk een toeterende vrachtauto.
‘De aardappelmeelcampagne is begonnen,â dacht ik.
Sorry, uit mijn verhaal : “De begrafenis van Ome Willem.”
Het geheel lijkt me een boeiend verhaal.
Dank je Levja, Die toeterende vrachtauto die de aardappelmeelcampagne aankondigt is heel veenkoloniaals