Ik wil de deur een kontje geven, maar direct na het omdraaien van de sleutel zwaait hij open. De geur van netbehangen en pasgeschilderd prikkelt in mijn neus. De zon schijnt naar binnen, het licht op de witte muren is oogverblindend. Het geluid van mijn hakken echoot voor me uit. Dit is waar we van droomden. Klusvrije weekenden, nooit meer lekkage, geen doorgeslagen stoppen.
We kijken elkaar aan. John glundert. In de keuken pakt hij me stevig vast, tilt me op en draait een rondedansje. Ik voel een ongemakkelijke glimlach op mijn gezicht verschijnen. Hij gaat hier gelukkig worden, maar ik voel me ontheemd. Ik hou teveel van krakkemikkig.
Hij knielt en stelt dé vraag. Ik geef niet thuis. Beschaamd.
Wow! Altijd die tweestrijd. Of toch niet? Moeilijk, hé?
Haha, ik ben heel gelukkig in mijn nieuwbouwhuis, maar soms… Iets authentieks..
Doe toch maar nieuwbouw hoor, bij oude is altijd iets mis!
Mooi geschreven.
Mooi beschreven dat perfectie niet alles is. Je hebt dan ook niets meer te wensen en sporen van leven zijn uitgewist.
Een kwestie van tijd voor het weer krakkemikkig wordt … Mooi beschreven.
Het moet hier te veel zijn ipv teveel (een trucje: als je veel door weinig kunt vervangen, dan moet het in twee woorden).
De slotzin vind ik ook zo treffend.
Hekate zegt het al: gewoon héél lang en gelukkig blijven wonen, want ieder huis wordt vanzelf weer oud en krakkemikkig! Mooi geschreven! Ik viel op de geur van netbehangen en pasgeschilderd.
Dank voor jullie reacties.
En oeps, te veel of teveel. Niet bedoeld om te smokkelen, het is mijn zwakke taalplek.