Het gedicht van honderdtwintig woorden dat handelt over mensen
Moet nog geboren worden, bestond tot nu alleen uit wensen.
We hebben het zo heftig en zo lang geprobeerd,
Ons slijmvlies en geduld geheel getorpedeerd.
Ten langen leste kwam de dokter van de Fantasie in beeld.
Heeft ons woordenschat en zeggingsgave toebedeeld.
Met jouw schrijfzaad en mijn gedachtenei in een buis
Gingen we vervuld en blij naar huis
Nu is het wachten tot het woordenwicht, of jongensgedicht
Ter wereld wil gaan komen, in ons levenslicht.
Een naam moeten we weldra nog gaan bedenken,
Er is wel iemand wie we de vernoemingseer willen schenken.
Als het koningskanon heeft geknald,
De verkondigingstrompet heeft geschald,
Zal de wereld het weten:
De verwekker is Ewald!
Zoals ik gisteren al zei: ik voel mij vereerd!
Het echte paasei. Hier wordt iets moois geboren.