Ook wel melktandjes genoemd. Slingeren overal rond. Eerst aan kleine vleesdraadjes, later in pillendoosjes. Ze moeten bewaard voor de eeuwigheid. Waarom? Heb ik me altijd afgevraagd. Als trofee? Als bewijs van jeugdigheid? Voor de lol? Voor de heb? Om te tonen aan oma en oma? Geen idee. Ik vind het maar vies.
Sommigen maken er zelfs een kettinkje van. Zijn dat resten uit ons kannibaalverleden? Niets is de mens vreemd. Een haarlok bewaren? Ook al zoiets.
De enige trofee die ik heb bewaard is de paardenstaart van mijn zus. Die hing ze trots op aan de muur van haar meisjeskamer. Ze kon er geen afscheid van nemen. Bij de verhuizing werd ie bijna weggegooid. Ik heb hem gered, van vergetelheid.
Mien, heel erg leuk, die slingertandjes, maar daarna ga je forceren. Zowel in je beschouwingen als in de overgang naar die paardenstaart. In feite zijn dit twee verhalen: over de nostalgie van de slingertandjes en over de herinnering aan de zus.
Dat is dan helemaal knap. Om dat te vatten in 120W. Ik zag eigenlijk nog ruimte voor een derde. Maar … enough is enough. ?