Met alles wat wij niet mogen is mijn opa oud geworden.
Op het laatst van zijn leven vertelde zijn nieuwe, jonge dokter hem wat hij allemaal niet meer mocht.
Opa wilde er niets van weten, hij zei: “De dagen of jaren die me nog resten, laat ik me niet meer zeggen wat wel niet mag. Dat hebben de bazen al genoeg gedaan. Vroeger had ik geen geld voor een lekkere sigaar of een goed glas jenever, nu ik het wel heb, zou ik het niet mogen om een dag langer te leven?”
Hij scharrelde wat in de tuin, deed boodschappen voor oma.
Elke dag om precies vijf uur nam hij een glaasje jonge jenever en leefde nog lang en gelukkig.
KarinMartina: ik herken mijn eigen opa in je verhaal, grappig tijdsbeeld: sigaar en een glaasje jenever!
KarinMartina. Mooi herkenbaar beeld zet je neer. Grappig om te bedenken dat de generatie opa’s en oma’s die er nu aankomen waarschijnlijk een heel ander beeld bij hun kleinkinderen achterlaten. Als je de laatste zin opsplits in twee zinnen, zou die dan niet iets beter lopen?
@KarinMartina. Opa had groot gelijk! Leuk.
wat wel niet mag – wat wel of niet mag
Nu ik het wel heb, zou ik als nieuwe zin schrijven. En van de laatste zin zou ik twee zinnen maken.
Grappig, mijn Harry zit met hetzelfde probleem, alleen hij is niet zo mondig meer.
Herkenbaar! Mijn schoonmoeder werkte vroeger in een verzorgingstehuis/bejaardentehuis waar dit en dat en zus en zo ook niet mocht. Zij was echter die de jenever inschonk en het sjekkie draaide.
Ha KarinMartina, gelukkig leven is volgens mij het meest gezond. En of dat dan kort of lang is?