Nog voor het ochtendgloren
In het duister van de koude morgen
Zit ik in de lichtkring rond mijn tafel
en schrijf ik mijn rekest.
Nog net niet met mijn eigen bloed.
Elke ochtend weer.
Elke ochtend met nieuwe argumenten.
In beide handen neem ik de volgeschreven vellen
en klop ze, met hun zijkant op de tafel, tot een nette stapel.
Het hele pakket schuif ik in een grote, bruine envelop.
Schoenen en jas aan. Nee, geen paraplu vandaag.
De deur dreunt achter me dicht. Het is een lange weg.
Bij de grote, gouden poort glijdt de envelop soepel
door de zilveren brievenbus.
Een plof, en ik ga huiswaarts.
De nul ligt al op de mat als ik mijn voordeur opendoe.
Mooi poëtisch geschreven, Odilia. Iets minder vind ik twee keer het woordje ‘ochtend’ gebruiken in de eerste twee regels. Zeker wanneer ik het hardop lees. Persoonlijk zou ik in regel 2 hebben gekozen voor ‘morgen.’
De laatste zin is een sterke afsluiting die de vruchteloze onmacht goed weergeeft.
Heel mooi en heel voelbaar. Wat betreft ochtend ben ik het met Ewald eens.
En toch blijven proberen … Heel mooi geformuleerd stukje, die herhaling van ochtend stoorde mij zelfs niet.
Die laatste zin: “De nul op de mat” is echt een goede vondst
Heel gaaf!
Dank voor de opbouwende kritiek op mijn deurmat! Drie keer ochtend is te veel, de tweede mag wel een morgen worden. Het was gisteravond net iets te laat, denk ik…
@Odilia. Gewoon heel mooi!
Mooi beschreven ochtendritueel.
Ik zit alleen te denken wat je zou bedoelen met de laatste zin.
Ach, @Lousjekoesje, mijn met moeite geschreven en ingediende rekest wordt nog sneller afgewezen dan ik thuis kan komen. Elke dag weer…. zielig hè…
Ach ja! Zeker zielig!
goed beschreven ritueel, bijna een verslaving.