Ik moet de trein halen. Het is al laat. Hoe laat gaat de laatste?
Ik ren, val over mijn loszittende veter.
‘Nee, deze gaat niet naar Amsterdam,’ zegt de conducteur.
‘Welke dan wel? Welk perron?’ vraag ik.
Hij zwijgt, kijkt me zelfs niet aan.
‘Kom maar,’ zegt mijn ex-vriendin. ‘Ik weet waar onze trein vertrekt. Volg me, vertrouw me maar.’
– ze draagt een gekke zonnebril: van plastic. Een grote-mensen- kinderzonnebril. Rood van kleur.
Kan ik je wel vertrouwen? Toen ook niet. En waar kom je opeens vandaan?
‘Je veter is los,’ zegt ze.
– ik krijg hem niet gestrikt.
‘Kom maar, ik strik je veter wel. Ik help je. Heb ik dat altijd al niet gedaan?’
Heb ik mijn trein gemist?
Han, misschien een gemiste kans …
@Ewald. Een gemiste kans in mijn voordeel!
Lijkt mij een overpeinzing …
@Levja. Eerder een droom!