‘Hoi,’ zeg ik tegen een monteur die in het tv-kastje bezig is.
Ik doe wat stretchoefeningen. Even lekker hardlopen.
Er volgt geen antwoord, maar een gemene blik.
‘Is er storing?’
‘Ja!’ bitst de monteur. ‘Anders zou ik hier niet zijn.’
‘O, niets van gemerkt.’
‘Al een hele tijd.’
‘Nou, niet gemerkt.’
‘Iedereen heeft een aparte kabel.’
‘O, vandaar…’
‘Ja, zeg ik toch!’
‘Waarom doe je zo onaardig?’ vraag ik nog vriendelijk.
‘Ik doe niet onaardig.’
‘Dat doe je wel.’
‘Nee. En ik heb recht op mijn eigen mening. Dit is Nederland, weet je!’
‘Ja, besef dat wel. Je hebt een lot uit de loterij!’
‘Pas op dat je niet onder een auto rent,’ zegt hij. En nog meer (onverstaanbare) verwensingen.
Kleine toevoeging: stom van mij: meervoud van stukadoor is stukadoors.
@Cora. Ik denk dat je je opmerking onder het verkeerde stukje hebt geschreven.
Is het me toch weer gebeurd: soms ben ik te snel. Dank Han, je hebt gelijk. Dit hoort niet bij jouw stukje.
@Han: je zult toch gewoon werk hebben, gezond zijn (denk ik toch) en zo chagrijnig… Goed dat je het geprobeerd hebt, en bent weggelopen bij hem. Hopeloos geval
@Lisette. Ik word hier zo triest van. Dank je!
Hoi Han, gezellig tiep, die monteur! Word je niet vrolijk van, maar ik wel van jouw knappe stukkie!
@Ton. Zeg dat wel! Hartelijk dank.
Waarom doe je ook zo onaardig tegen die aardige monteur! Sorry, ik kon het niet laten. Goed stukje.
@Levja. Ja, het ligt aan mij in deze omdraaimaatschappij!
Han: volgende keer koffie aanbieden?
@Berdien. Ja, in zijn nek!
Han: probeer het toch maar eens bij de monteurmens.
Dacht het niet!