De rivier laat eindelijk de mist los die hem versluierde als een boetekleed. En Fleur toedekte. Vanuit de erker kijkt Margot roerloos toe hoe grijze dwarrelingen het grasveld op kruipen, indikken en zich verheffen tot een dichtgetrokken gordijn. De nooit meer gebruikte schommel met zijn roestige draaipunten verdwijnt uit haar zicht. Zoals toen ook Fleur, met haar blote voeten rennend door het natte gras, van de schommel naar de rivier.
De mist bereikt het huis. Een kille vlaag wringt zich door de open ramen naar binnen. De gewrichten van de schommel beginnen te knarsen.
Het duurt niet lang tot de mist oplost in de warmte van de opkomende zon. De schommel wenkt nog. Naar de rivier loopt weer een voetenspoor.
@Irma, een verdrietig verhaal. Ik vind het jammer dat je in het begin al het lot van Fleur blootgeeft. De voetstappen op het einde zeggen alles. Zonder die zin is het naar mijn smaak mooier. Het woord mist gebruik je erg vaak. Ook dat vind ik afleiden en jammer van het goede verhaal
Je schrijft mooie stukjes, Irma, maar hier ben je naar mijn smaak wat overdreven met die beeldspraak bezig. Die allereerste zin vind ik wat gekunsteld klinken. Iets minder is soms beter. Voor het stukje als geheel toch een …
Jullie hebben gelijk: mist (ha ha) duidelijk een laatste redactieslag. Kan het – volgens mij – niet veranderen, maar in ieder geval verbeterpunt voor volgende verhalen.
Hoi Irma, mooi verhaal! Komt bij mij wel binnen.