‘Wat denkt u, is hij nog te genezen, doctore Galenus?’
De larista was bezorgd over zijn Noordse gladiator. De rode vechtersbaas was zijn geliefdste strijder. Toegegeven, er waren ooit beteren. Twee rare Galliërs bijvoorbeeld. Die dikke was onverslaanbaar. Jammer dat ze terug gingen.
De doctore bekeek de buikwonden van de secutor. De drietand van de retiarius had verwoestend werk verricht zag hij. Toch had de Noordse man zijn tegenstander nog kunnen doden met die immense bijl van hem.
‘Hij zal snel sterven, hij heeft te veel sanguis en flegma verloren,’ antwoordde hij.
Ook de Noordse strijder begreep dit.
‘Bijl!’ gromde hij.
De larista gaf hem zijn wapen.
‘Ga naar uw goden, Noordman.’
Hij dankte hem met zijn ogen en stierf.
Rare jongens, die Noordmannen
Ze voelen bovendien geen angst.
Leuk! Ook die referentie naar de Galliërs!
Wie zegt 'Ga naar uw doden.'? Is dat Iarius? Dan zou je dat onmiddellijk op 'En Iarista gaf hem zijn wapen moeten laten volgen. Nu lijkt het of iemand anders het zegt.
Je hebt de tijdsgeest goed gevangen. Mooi verhaal
Thanx, Nienke!
Cheerio H2O,
Ik stond met mijn VorK er recht boven op.
Rare jongens die romeinen, laat die maar eens in de arena verschijnen!