Ik had een keer een gebroken teen.
Toen dat gebeurde vertrok ik van de pijn.
Een flink gedeelte moest gegipst zijn.
Geen fijn gevoel; het was zo hard als steen.
Een paar dagen geleden in huis,
liet ik een glas vallen per ongeluk.
Hij viel op de grond, was compleet stuk.
Wat er overbleef was alleen maar gruis.
Een shirt van mij is ook kapotgegaan.
Hij was versleten en er zat een gat in.
Dat gat werd steeds groter, tegen mijn zin.
Maar ik heb er toen niets meer aan gedaan.
Ik had een gebroken hart, net als velen.
Hij werd door een mixmachine gehaald,
elk stukje was in mijn lijf verdwaald.
Er is genoeg dat lijm niet kan helen.
ff:
Hij viel op de grond, was compleet stuk
+
Hij was versleten en er zat een gat in.
+
Hij werd door een mixmachine gehaald,
In alle drie van de gevallen gaan het niet om een persoon, maar om een object.
Dan gebruik je HET ipv HIJ.
Verder wel een aardig gedicht.
Chris
Ik snap je punt.
Echter vind ik het meer gevoel hebben als er ‘hij’ staat dan ‘het’.
‘Het’ is fabriekswerk, het klinkt koud en afstandelijk.
Ik vermeng mijn eigen mening en gevoel in mijn gedichten waardoor ze soms grammaticaal niet helemaal juist zijn. Dit doe ik bewust, om het een net andere wending te geven.