Vorige week was ik er weer eens, en ik gebruikte een eenvoudige doch voedzame maaltijd in de snackbar – die ook hier de plaats van het zeldzaam geworden Chinees-Indisch restaurant heeft overgenomen. De jukebox stond er niet meer. Oproerige dorpsjeugd was ook niet te ontwaren. Die keek waarschijnlijk naar voetbal.
Bijna ongelooflijk dat indertijd wij degenen waren die the dimes hadden to play the jukebox, en uit curiositeit de Zangeres Zonder Naam en dergelijken opzetten. Rock’n’roll hadden we thuis wel. En anders was er Radio Luxemburg. De dorpsjeugd, die hoopte getrakteerd te worden, waardeerde deze nieuwsgierigheid niet. Het gemor werd steeds luider. We hebben het laatste verzoek maar niet meer afgewacht, moesten wel lachen maar vreesden ook de pek en veren.
Het nummer draai ik nog vaak. Ik word er vrolijk van.
Dat noemen ze geloof ik ‘camp’