Je hebt rijke stinkerds en arme sloebers. Terwijl de rijken heel wat te sloeben hebben (wat dat ook moge zijn) en de armen zich geen Chanulleke of Jopiepopie kunnen veroorloven. Hoe zijn die verwarrende namen ontstaan?
Ooit, lang geleden kwam een rijke sloeber een arme stinkerd tegen. “Hoe maakt u het?” vroeg de sloeber. “Ach, niet denderend. Arm hè, en stinken.” De sloeber werd zoals dat kan gaan door compassie gegrepen. “Zeg stinkerd,” vroeg hij, “zullen we ruilen?” Na enig nadenken gaf de stinkerd toe, misschien zou het leven aangenamer worden. Zo gezegd zo gedaan, en ieder ging na het lichten van hoed respectievelijk pet zijns weegs.
En zo is het gekomen dat we rijke stinkerds en arme sloebers hebben.
Leuk gevonden!
Een rijk stukje André
mooi sprookje Andre, en inderdaad arme stinkerds had ook zo maar gekund.