‘Ach man, zeur niet zo, het is maar een stukje stof.’
‘Wel met emotionele waarde; ik droeg het op ons eerste afspraakje. Weet je nog?’
‘Natuurlijk niet. Je weet toch ook niet meer wat ik toen droeg?’
‘Jawel, dat roze rokje met dat kanten bloesje.’
‘Dat je dat nog weet…’
‘Kijk nou eens, het is een kindershirtje geworden.’
‘Dat poloshirtje is al lang vervaald, het moest toch weg.’
‘Hij moet er met zijn tengels afblijven. Je geeft ‘m altijd zijn zin.’
‘Ach, je weet toch hoe die jongen is: gek op knopjes en lichtjes die verspringen als je er op drukt. Gooi het maar in de kliko.’
Twijfelend kijkt hij beurtelings naar de kliko, het shirtje, en… naar haar zoontje.
Oh, ja, ik heb heel lang kleding bewaard op de zolder. Vanwege de herinneringen.
Han, ik heb nog een shirtje uit 1990. Je kan er bijna doorheen kijken, maar weggooien kan ik het niet.
@Ewald.@levja. Kleding is een hobby van mij. En wat oudere kleding kan ik, vaak door herinneringen, niet weggooien. Resultaat: uitpuilende kasten.
Han, ik ben een meester in het weggooien (afgezien van dat ene hemdje).
Gewoon mee beginnen, lucht hartstikke op! Er schuilt wel een gevaar in; je houdt steeds minder over.
Ewald, je hebt gelijk. Een kast vol overhemden, pakken en stropdassen. Opruimen!
Mooi, Han, hoe je kleding en herinnering verbindt met elkaar.
@Nel, hartelijk dank voor je leuke reactie!
Leuk stukje, Han!
@Irma, hartelijk dank!
Broeder Maas,
Al die last die sjouw je mee, het was mooi voor alle twee.
Doe Maar: Is dit alles?
@VmetdeVork. Helemaal mee eens. Dank je.