De cyberkrokodil pinkte oprecht een paar welgemeende krokodillentranen weg. Ze had tissues nodig. Om in de zon te zitten. Haar schubben versteenden immers nogal snel. De trollen trokken de vleugels van de vlieg.
Zij stroopte de mouwen op, spinde als een kat en ze schreef haar bevindingen op een blad. Dat inspiratie uit haar duimen druppelde of dat het haar op terrasjes zomaar aangevlogen kwam, was een leugen die vooral voor haar kon deugen.
Ze lachte in de schaduw en huilde gezellig in de zon. De gruwelfanfare ging rond met de schaal.
De weddenschap leverde haar wat duiten op. Ze kwam als winnaar uit de bus. Omdat zij wist dat een vlieg zonder vleugel vliegt als een kop zonder mus.
Mooi geschreven, Nele. Surrealistisch grappig en goed gevonden. Heb je daarvoor een hartje gegeven. Rudi