Ik sta achter haar en zeep haar gezicht in met sneeuw.
Drie weken heb ik haar niet gezien. Merel studeert in Amsterdam. Ik volg een opleiding in Breda. Van vrijdagavond tot zondagavond zijn we thuis. Steeds vaker blijft ze het weekend in Amsterdam.
‘Sneeuw smaakt naar niets,’ zegt ze. Haar traditionele wraak, een sneeuwbal in mijn nek, blijft dit keer uit. Geen koud waterstraaltje dat tergend langzaam langs mijn ruggengraat naar beneden zakt.
Bij het afscheid houdt ze me lang vast. Langer dan anders.
Dinsdag mailt ze me: Ik heb een ander lief. Een vrouw. Sorry.
Meteen stap ik op de trein naar Amsterdam. Lang sta ik voor haar deur. Zonder aan te bellen ga ik weer terug naar Breda.
Ja. Mooi.
Prachtig van sfeer.
Heet dat niet van een koude kermis thuiskomen??
Mooi beschreven.
Oei!
Hartje!
Haarzuiver!
Hartje!
Met vriednelijke groet, Chris
mooi wrang stukje Ees