De storm was twee dagen geleden.
Ze kwam aan bij het piepkleine wereldje in het woud.
Tussen grote takken en beschadigde basten.
Ze knielde neer en zag dat de plas rondom het stadje groter was.
De regenval had zelfs binnen de stadsmuurtjes een meer gemaakt.
De aarde waar het op was gebouwd was ook zompig.
Toch werden er op vier hoeken om de kleine stad vuren ontstoken.
“Lichtbakens” dacht ze.
Zouden ze al inwoners op voedsel uitgestuurd hebben?
Er zat alleen een deurtje in de muren, niet eens een stadspoort.
Toen zag ze dicht bij haar linker leren muil iets bewegen.
Een groep mini-mensjes was een houten boot aan het bouwen.
Verder op rolden anderen vatten naar de boot toe.
Beste VmetdeVork,
Je roept een wat Rien Poortvlietachtige en/of Anton Pieckachtige sfeer op. NĂ©t voldoende verkleinwoordjes!
Met vriendelijek groet + hartje,
Chris
Broeder Vincentius,
Wat betreft mijn tekenwerk hoor ik al heel lang dat het een wat Anton Pieck achtige sfeer oproept.
Mooi om eens te horen dat een verhaaltje datzelfde beeld een beetje weergeeft.
Ik hou helemaal niet van verkleinwoorden.
Hier heb ik ze gebruikt om aan te geven dat het om de wereld in het woud gaat.
Dank u.
VmetdeVorK.
@VmetdeVorK. Een mooi verhaal. Ook bij mij roept het een pittoreske sfeer op.
Doet me denken aan Gulliver, maar is het niet ‘vaten’ , in plaats van ‘vatten’?
Discussie over vaten en vatten heb ik vaker gevoerd.
Veel mensen die ik ken en zelf ook fanatiek met taal bezig zijn, wezen mij erop dat het meervoud van vat (ton) vatten zou moeten zijn. Een bloedvat is bijvoorbeeld wel “vaten.”
Hier in brabant zeggen ze: “Holle vatu die heurde het hardste.”
Zelf maakt het me niet uit. Vaak snappen mensen toch wel wat je bedoelt.
Hee VmetdeVork,
Wat was het leuk vandaag! En wat heb ik genoten van je verhalen. Erg veel respect!!
Groetjes,
Milan.