Ik verwonderde me erover dat dit paradijs op slechts vijf minuten rijden van de stad lag. Ook hier was de zomeravond zwoel en drukkend, maar merkbaar zuurstofrijker. De populieren langs de ene kant van de weg zwiepten gevaarlijk heen en weer, voortgestuwd door een warme zuidoostenwind. De dreigende ontladingen waren vlakbij want er zat maar weinig tijd tussen het gedonder en de bliksemschichten die elkaar opvolgden.
Ik reed de oprit van de hoeve op en net op het moment dat ik de laatste populier passeerde schoot die in brand.
Natuurlijk verwittigde ik de boer meteen.
‘Er hangt regen in de lucht. Het vuur zal zichzelf wel blussen,’ zei hij en hij haalde laconiek zijn schouders op.
Ik mocht hem wel.
Een lekker zomers verhaaltje op de late avond van eerste kerstdag.
Een lekker zomers verhaaltje op de late avond van eerste kerstdag.
Per ongeluk twee keer dezelfde reactie doorgezonden.
(In deze 120-woorden meen ik een ‘op-probleempje’ te hebben, maar misschien komt dat doordat die populieren ook mogen meedoen.)
@Ewald: van nu af aan begin ik alweer erg uit te kijken naar de zomer.
@Nele, de term ‘op-probleempje’ ken ik niet.
Ik verheug me eerst op de lente. Alle vier de jaargetijden hebben zo hun charmes.
@Nele, ik geloof dat ik je ‘op-probleempje’ nu ook zie, maar ervaar het zeker niet als storend.
@Ewald: dank.