Als gebruiksvoorwerp meet de mens mij een inferieure status aan. Rond de vorige eeuwwisseling werd mij een discutabele faam toebedacht door een komisch trio. Heden ten dage bekleed ik een illegale rol: mag ik de toog sieren? Het leven van een asbak kent een grillig karakter, en troost mij aan herinneringen van weleer. Zo werd ik in de zeventiger jaren nog op een met lood gevulde sokkel geplaatst, opdat roker vanuit zijn crapaud naar de buis kon kijken en tegelijkertijd met bruingeblakerde duim- en wijsvinger een Caballero in mijn bak uitdrukken. Hoe sierlijk ook welden kronkelpluimen van een met dieprode lippenstiftafdruk getooide menthol Gladstone filtersigaret -gebed in de ambachtelijk geslepen oksel van mijn kristallen schoot- die eerder sensuele vrouwenlippen beroerde.
Ik heb een zwak voor nadenkende voorwerpen. Zij openen nieuwe werelden. Een mens zou bijvoorbeeld moeite hebben met het hebben van een oksel in de schoot. Laat staan ambachtelijk geslepen. Daarom een hartje.
Beste Rob,
Mooie personifcatie en nostalgisch gemijmer. Veertig jaar geleden liep de mensheid hevig paffend door films en televisieseries. De huidige verslaving heet mobieltje. Over dertig jaar kijken we allemaal met verbazing naar het historische straatbeeld: voetgangers, fietsers en automobilisten, allemaal met hun mobieltje aan het oor.
Peuken met lipstick? Ooit heette het; Kissing a smoker is like licking an astray (oftewel jiskefet).
Met vriendelijke groet plus <3,
Chris
Bedankt voor de reacties, Chris en Luus.