Ik zit met Marjolein in de auto. We rijden van Groningen naar Rotterdam. Ruim twee uur tijd om te praten.
‘Wist je dat ik iets met Henk heb gehad?’
‘Henk de Jong bedoel je?’
‘Ja, onze kok.’
‘Dat had ik nou nooit gedacht.’
‘Drie maanden en toen was het weer over.’
Ik ben verbaasder dan ik wil laten merken. Ik zit naast een vrouw vol sprankelende verhalen, geestig en intelligent en mijn beeld van Henk is nou ja, dat van een saaie en slonzige man, iets te dik, iets te vet haar en wat hij op tafel zet is bepaald niet sterwaardig.
‘Hoe kon je Marjolein’, krijg ik niet over mijn lippen.
Kennelijk heeft Henk iets.
Kennelijk mis ik iets.
@ José. Ik had Marjolein bij de eerstvolgende P eruit gezet met de woorden: ‘Bel Henk maar.’
Leuk en hartje,
Han Maas
@Han Maas: zou het niet effectiever zijn als hij de vier lippen toch nog over zijn lippen heen ‘perst’? (Mannen zouden er baat bij hebben als ze ook kinderen konden baren.)
@José: de HP is aandoenlijk.
@Han Maas: euh, de eerste ‘lippen’ moesten eigenlijk ‘woorden’ zijn. (Mijn vader kreeg gisteren een trombose en ik nam de – hopelijks – tijdelijke afasie in ontvangst.)
@NeleDeDeyne. Ik weet niet waar je het over hebt helaas…
Han Maas
@Han Maas: ik vond het in eerste instantie een sneu gegeven dat je HP er Marjolein zou uitgooien bij de eerstvolgende parking.
Bij nader inzien zou dit voor het vervolg van het verhaal wel eens interessanter kunnen worden.
@José: aan het stukje zou ik inhoudelijk niets veranderen.
Beste José,
Wat zegt een mening over een persoon over de mens die een dergelijke mening uitspreekt?
Of: in de mening over de ander, weerspiegelt zich de geest die de mening kenbaar maakt.
De verteller heeft het over walging, maar laat zij ook geen jaloezie doorschemeren?
In elk geval een dialoogstukje dat veelruimte voor interpretatie openlaat. En dat zijn niet de slechtsten.
Met vriendelijke groet plus hartje,
Chris
Ik ben verbaasder dan ik wil laten merken.