‘Jan, kom mee. Ik laat je zien hoe we de kersenoogst redden.’
‘Oké, vader. Spannend!’
‘Vertel. Wie zijn er naast de spreeuwen op onze kersen uit?’
‘De jongens van mijn klas. Ik hoorde Hendrik opscheppen dat onze oogst er dit jaar aan gaat.’
‘Zie je wel. Nu, ik laat je niet langer in spanning. Dit heb ik bedacht …’
‘Wat? Dat lijkt wel een berenklem!’
‘Bijna goed. Ik span deze zo uitgekiend dat ze hun voet behouden, maar niet meer loskomen.’
‘Maar waarom zit er een draad aan vast?’
‘Wat dacht je? Ik zet er honderd volt op.’
‘Weet moeder dit?’
‘Natuurlijk niet! Als je haar in de val vindt, kom je naar mij. Dan maak ik er duizend volt van.’
De maaltijdwedstrijd van nu en vorig jaar is, hoe die verder ook afloopt, sowieso nuttig voor mij geweest. Ineens schrijf ik helemaal spontaan af en toe pure dialogen, iets dat ik voorheen eigenlijk nooit deed.
Leuk Hay, benieuwd naar je andere dialogen. Groet en een hartje, Ewald
Knappe dialoog, Hay
Dank, Ewald en Dana. Soms heb ik zin in een lekker gemeen stukje. Zal misschien de invloed van Roald Dahl zijn. Die kon dat als geen ander, vooral in zijn jeugdverhalen.
Lekker gemeen inderdaad
even lachen!