Knijpers van zielen die muggenziften en schiften
kalken fragiele stiften achteloos in schriften.
De punten die buigen worden als messen scherp geslepen en steken.
Ze getuigen van levenslessen en onderstrepen met streken.
Het lood in hout dat slijt en breekt om te worden geslepen
maakt rood van fout meer goed dan er doorgaans van wordt begrepen.
Het blad van de puntenslijper snijdt hout, snijdt kort en snijdt krullen
om voor de knijper tot een punt te kunnen komen en verder niet lullen.
“Slechts het uitgelegde pad is dat wat voor u is weggelegd
Mocht u verzaken, van dat pad af weten te raken,
komt u weer bij ons terecht.”
En een onderkoelde, iets bevroedende zielenknijper
wordt een onbedoelde, nietsvermoedende puntenslijper.
Knap gedicht vooral het slot spreekt me aan.
@SF. Het slijpen gaat sneller dan het dichten, maar o het alleszeggende slijpsel mag er zijn. Dankjewel!
Hart.groet, Mir.
leuk Mir