Omdat het ziekenhuis sindsdien in de frontlinie lag, was er een onhoudbare situatie ontstaan.
‘We móeten evacueren!’ Dokter Feenstra sloeg met zijn vlakke hand op tafel.
‘Zeg, houdt u een beetje in! U mag dan wel voorzitter van de Raad van Bestuur zijn, maar we moeten ons hoofd niet verliezen.’
De verwarmde bestuurskamer – waarin zij hadden gezeten – leek een verre herinnering aan betere tijden, toen er plotseling een ijskoude wind doorheen sneed, die iedereen deed verstijven.
Iedereen keek naar Feenstra.
‘Ik kan niet geloven wat u daar zegt Oele!’ En hij sprong op.
Dokter Oele, verbaasd door de felle reactie van zijn collega, antwoordde doodkalm: “Waarom niet?”
Feenstra werd lijkbleek. ‘Dit mag niet … Móórdenaar!’
De rest zweeg als het graf.
Recente reacties