“Hoe zeg je eigenlijk mosterd in het Frans? Ik lust wel een likje bij de kaas”.
“Mosterd? Uh, moustache”.
“Moestasj?”
“Ja”.
“Messieur, can I have moestasj?”
“Nou, hij kijkt niet eens”.
“Je moet het wel ook vriendelijk vragen. Anders luistert hij natuurlijk niet”.
“Messieur, do you have moestasj, sil voe plaj?”
“Verdomme, je ziet gewoon dat hij me hoort en toch komt ie niet. Zie je wel dat het een arrogant volk is, die Fransen. Dit kaasplankje is reteduur en er kan nog geen likje mosterd van af. Belachelijk! Zag je dat? Hij keek me aan en loopt gewoon door. En maar zenuwachtig aan zijn snor plukken. Wat een idioot, zeg. Waarom zit je nou de hele tijd te lachen?”
Grappig!