Mijn schoonzus is op bezoek. Haar hond vecht met onze hond. Ze praat maar door en ik zweet een beetje. Ik knik ja en schud nee. Ik voel dat ik een beetje beef. Ik voel watten in mijn hoofd. Maar ik blijf doen alsof ik luister. Ik kijk op de klok: ‘Hoe lang duurt dit nog?’ Eindelijk gaat ze weg, hoogste tijd. De voordeur op slot, de telefoon van de haak. ‘Glaasje wijn, rood?’, en open de fles. Mijn hand word weer vast. Mijn stem word weer zeker. We kijken tv en vergeten de rest. ‘Morgen stoppen we echt,’ zeggen we tegen elkaar. Tegen beter weten in gaan we akkoord. Tot we morgen wakker worden en de avond zijn vergeten.
Dat is een bijzonder herkenbare situatie. Dit zou in mijn huiskamer kunnen zijn.