Het valt niet mee om mijn aandacht bij de preek te houden. Net als vroeger slaat de wierrooklucht op mijn longen. Wacht, is dat wel wierrook?
‘Brand!’ roep ik. Tegelijkertijd springen verschillende familieleden op. Iedereen rent naar de deur.
Mijn broer trekt aan mijn arm. ‘Maar moeder…’ roept hij met een blik op de kist.
‘Die is al dood!’ Ik zie de tranen in zijn ogen. Zachter zeg ik: ‘Ze is al weg. Het heeft geen zin ons leven te wagen voor alleen haar lichaam.’
‘Maar ze wilde begraven worden.’
Hij wilde dat ook. Ik niet; ik heb aangedrongen op een crematie. Maar hij kreeg zijn zin.
Nu kijkt hij me strak aan. Ik zie vlammen weerspiegelen in zijn ogen.
@Inge weer zo’n mooie uitsmijter
Dank je Marianna