Ze was toe aan een verzetje. Dat eeuwige gezeik van haar ouders over haar schoolcijfers. En dan nog die zomervakantie met ze. Nog drie jaar te gaan. Als ze achttien was, ging ze chillen met vriendinnen op een playa ergens in Spanje. Leve EasyJet!
Ze opende haar laptop. Goh, wat een lekker ding. Ze raakte volledig in zijn bekoring. Hij vond haar mooi, wilde haar verwennen.
Drie weken later was het zover. Ze kocht een Kruidvat-treinkaartje, reisde naar Cuijk. Haar ‘moppie van de week’ was niet die knappe jongen, maar een bleke, kale man. Hij had ook zo’n vreemd oog. Toch ging ze met hem mee. Ze vond hem zielig. De 49-jarige man kreeg zijn verzetje. Zij bood geen verzet.
‘Toe aan een verzetje’, nogal een ouwelijk klinkend understatement wat qua taalgrap een beetje wrang uitpakt. En ik snap de titel niet.
@Geertje, een heel verhaal in 120 woorden. De laatste zin is wat teveel ‘verzet’ wat mij betreft. Wat ik mooi vind is de achteloze manier waarop het is verteld. Bijna gevoelloos, daardoor creepy.
Van verzet tegen het ouderlijk gezeik – pardon: gezag! – gesproken..
In het stukje in mijn ogen te veel verzet vermeld.
Had het lieve kind maar verzet geboden. Dat er maar veel wordt geschreven en verteld aan kinderen dat ze niet op deze spookbeelden moeten ingaan.
@Geertje. Jammer dat zo’n jong meisje dit overkomt.