“Nee, barbaar, wat doe je!”
“Hoe bedoel je, je ziet wat ik doe, zeur niet. En je hoeft niet tegen mij te schreeuwen.”
“Ik schreeuw niet, maar wat jij doet, dat kan niet, dat mag niet, dat hoort niet!”
“Je schreeuwt weer!”
“IK SCHREEUW NIET!”
“Nee! Appelmoes, ook nog appelmoes!”
“Waarom…”
“Waarom ik niet op mijn bord let, waarom ik tegen je zeur.”
“Kun je…”
“Nee dat kan ik niet. Ik vind het echt zo erg.”
“Je hoeft er toch niet om te huilen, kom hier doe niet zo mal.”
“Maar ik heb het gevoel, dat ik je niet meer ken.”
“Het zijn maar nieuwe aardappelen.”
“Nieuwe aardappelen, geprakt, met appelmoes. Ik huil om de mosterd, arme aardappelen, arme ik.”
Leuke dialoog. Met wat meer plot zou het denk ik nog leuker zijn. Nu heb ik het gevoel dat het na dat ‘…arme ik.’ best nog even verder had kunnen gaan.
Denk dat ik beter ben in iets minder korte verhalen..
Het is in elk geval leuk dat het tot doorlezen uitlokt
Ik ben ongetwijfeld niet zo geoefend in het lezen van korte stukjes, maar ik moest wel een paar keer lezen om het beeld hierbij te krijgen.
Kan het zijn dat ik een vraagteken mis achter waarom ik tegen je zeur?