Op een herfstige dag arriveer ik slaperig in Enkhuizen. De koude IJsselmeerwind blaast schuimkoppen op de golven en trekt aan de panden van mijn jas. Ik krijg tranen in mijn ogen. De haven naast het treinstation is vrijwel verlaten als ik de veerboot opga. Een kaartje, enkele reis.
Op naar het land van de kleiaardappel!
Hoge golven zwiepen over het scheepsdek. Koffie en appelgebak belanden in het zilte water. Gevulde koeken schuiven over tafel, Beerenburg klotst over de rand van napjes. Behalve ziedend water is buiten niets te zien. De reis duurt voort. Ik dommel weg in het wiegen van de Zuiderzee.
Bij zonsopgang zie ik het op mijn ticket en aan het fjord: Stavanger.
Ik zit in de puree!
Recente reacties