Hartkloppingen, bloed ruist in mijn oren, koud staal drukt op mijn strottenhoofd. Niet angst maar het besef dat ik eindelijk leef veroorzaakt deze adrenalinerush. Het jagersbrein is gezegend met inzichten die prooien ontberen. Het negeert de flinterdunne laag afspraken die men beschaving noemt en ziet de ware aard der dingen. Ik ben anders, niet beter of slechter dan de rest van de schepping. Leven draait tenslotte om onsterfelijkheid middels het doorgeven van genen voor de dood. Wij, de jagers, zijn slechts een instrument voor natuurlijke selectie. Geen sterken zonder zwakken, beschaving en destructie, vernieuwing en dood zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Nu het mijn beurt is besef ik dat wij zijn wat mensen een kans geeft om menselijk te zijn.
Wow…
Heel kort stukje uit de proloog van een boek waar ik mee bezig ben. Voorlopig nog titelloos
menselijkheid is het niet toegeven aan het recht van de sterkste
@Jose, dat doen we dan niet erg goed in het westen