Het vroor het dat het kraakte. Marina genoot van een heerlijke kop koffie.
‘Ook een kopje?’ riep ze toen ze Johnny hoorde.
‘Graag, schat. Het is bar koud. Volgens mij krijgen we nog meer sneeuw,’ antwoordde hij.
‘Waar is Karsten?’
‘Buiten aan het spelen. Hij sprak over een project.’
Plots hoorde ze lawaai in de tuin. Ze keken door het raam en zagen dat Karsten met een emmertje water het trapje van de glijbaan opklom. Boven goot hij hem leeg.
‘Wat doe je?’ riep Marina.
‘Ik maak deze,’ zei hij trots. Hij liet een foto van een gletsjer zien.
‘Dat lukt toch nooit?’
‘Niet als ik mijn tijd verdoe met praten, beaamde hij, terwijl hij een volgende emmer ging vullen.
@Els. Heerlijk inventief toverklootje die Karsten. Hij verwelkomt zo toch mooi zijn eigen gletsjertje. Hartelijke groet, Mir.
Karsten bedenkt de nieuwe Deltawerken
Bedankt, Mir.
LOL, José
@Els Het ‘antwoordde hij’ is overbodig, want het is zo ook wel duidelijk wie er aan het woord is. Bij de twee volgende regel is dat minder duidelijk. ‘ze hoorde lawaai’ en ‘ze keken’ passen niet bij elkaar.
Verder wel een aardig verhaal binnen het thema.
Waarom vind je ‘ze hoorden’ en ‘ze keken’ niet bij elkaar passen, Jopie? Ik vind het logisch dat als je iets hoort, je gaat kijken wat het kan zijn?. Bedankt voor je opmerkingen
@Els, als er ‘hoordeN’zou staan, zou de opmerking niet gemaakt zijn. Er staat: Plots hoorde ze lawaai in de tuin. Ze keken door het raam en zagen (…)
ja, sorry typfoutje