Het ontzielde lichaam staat al twee weken boven de grond. Het is onmogelijk met deze vorst een spade in de grond te krijgen. Hij heeft het al drie dagen achter elkaar geprobeerd. Gisteren is de dooi ingevallen, dus nu moet het gebeuren. Hoog heft hij de spade en steekt hem daarna in de nog halfbevroren klei. “Dat valt niet tegen”, denkt hij en zet door. Onder het graven denkt hij aan hoe het was geweest. Ze was haar hele leven lief en aardig geweest voor hem. Nu op haar oude dag kort voor de kerst had haar hart het begeven. “Bedankt voor alles”, zei Bertje en hij snikte toen haar lichaam in de put verdween, “Vaarwel konijn”.
@Jelstein een van je eerste stukjes en best mooi te noemen.