Met knikkende knieën neem ik plaats in de tandartsstoel.
‘Een verdovinkje, verder voelt u niets,’ belooft de assistente.
Gedesoriënteerd kijk ik in de ogen van Rostelli. De lichten in de zaal gaan aan en een applaus komt me tegemoet. Bibberig zoek ik mijn plaatsje weer op. Mijn vriendin fluistert me toe dat ik het goed heb gedaan.
‘Was het niet eng? Vraagt ze. ‘En heb je echt niets gemerkt?’
Ik schud mijn hoofd.
‘Meneer?’ Ik voel een hand op mijn schouder.
‘Meneer Verhúlst!’
‘Typisch gevalletje dissociatie,’ hoor ik vaag de stem van de tandarts.
Ik open mijn ogen.
‘U mag spoelen.’
Als gehypnotiseerd klap ik mijn kaken op elkaar.
Totdat het doordringt: Ik ben klaar… tenminste, voor een half jaar.
Wat zo’n tandarts al niet te weeg kan brengen Leuk.
Volgens mij mist het woord ‘ik’ in deze zin:
‘Gedesoriënteerd kijk in de ogen van Rostelli.’
Grappig, zo werkt het wel vaak, dat je beter aan iets anders kan denken als de tandarts bezig gaat.
@Irma onder hypnose naar de tandarts… ik ben gisteren geweest en “had geen gaatjes”. Dus inderdaad, tot over een half jaar.
@Irma, een leuk stuk en goed geschreven. Maar of het themawoord hier helemaal recht gedaan wordt?
de tandarts roept altijd wel iets van spanning op
Dank voor de reacties. Het feit dat deze man zich helemaal afsluit van de tandarts is de dissociatie die overloopt in een soort droom over hypnose, zo was mijn bedoeling @ineke
Leuk stukje. Ik zal het proberen toe te passen over 2 weken. Dan heb ik ook zo’n vreselijke vulling-behandeling.