Geoliede naakte lijven liggen, als sardienen in een koekenpan, te bakken in het zand. Op het strand, nabij de waterkant, wordt getennist en in enkeldiep water gooit een stelletje met een opblaasbal. Met emmertjes vullen hummeltjes de gracht van een zandkasteel.
Opgewonden gluur ik vanuit de golven naar lillende borsten en billen, die paraderen langs bronstig fluitende gozers. Een gilletje. Verschrikt loer ik om me heen. Gelukkig, niemand ziet me. Snel stop ik mijn kop weer onder water.
Een groep tieners rent uitgelaten richting zee en duikt de branding in. Snel zwem ik naar een heerlijke dikkerd en vergrijp me aan haar zachte billen. Zeewater kleurt rood, scherp fluiten klinkt terwijl vreetwoede me overspoelt. Panisch vluchtende zwemmers schreeuwen: “Shark! … Shark!â€
Een oud stukje (niet eerder hier gepubliceerd) opgekalefaterd omdat het me niet aanstond. Bij toeval werd het 120 woorden en past nu dus goed in mijn serie “vakantie & komkommertijd”
Heerlijk toch, die vakantie & komkommertijd.
@Levja Idd, daarom schrijf ik deze “niet” serie
Mij doe je er iig een plezier mee @G.J.
Leuk en verrassend, GJ! Een taaldingettje: dat paraderend slaat op het onderwerp (=ik), terwijl je vlgs mij die billen bedoelt… (.., die paraderen etc, lost het op).
@Leonardo, thx en aangepast (met een beetje passen en meten
)
Leuk GJ, geinig perspectief.
@Inge thx:)
@GJ Grappig verhaal.
– in enkeldiep water gooit een stelletje met een opblaasbal.
Ze kunnen de bal naar elkaar (over)gooien, maar hoe ze samen, tegelijkertijd, met één bal gooien … dat wordt me niet duidelijk.