“Er zitten wel geen wielen onder, maar hij is erg stabiel.” Arjo glom van trots, maar ik wist niet waar ik nou eigenlijk naar keek.
“Dat zie ik, ja,” ik liet mijn gezicht zo uitdrukkingsloos mogelijk zijn, “Ik vind rood mooi hoor.” Ik durfde niet te vragen waar het over ging. Zoiets vraag je niet aan een kunstenaar.
“Ik zet ‘m wel op een karretje.”
“Goed idee” zei ik, maar begreep er geen hout van.
“Er zullen er niet veel zijn die zoiets doen, denk je wel?”
“Nee, denk ik ook niet.”
“Zou ie opvallen? Zal de plaatselijke krant er over schrijven?”
“Waar? Hoezo opvallen? Wanneer?” Ik had geen idee waar Arjo het over had.
“In de carnavalsoptocht natuurlijk. Maandag.”
Ha! Ook dat is een kunst. Leuk.
Dank je Inge
@Pimmnynl, erg leuk, zo uit het leven gegrepen.
Dank je Desiree. Toch totaal fictie. Behalve de eerste zinsconstructie.
Leuk geschreven, maar wel een kunstwerk met enkel schoonheidsfoutjes:
* Twee keer ‘wel’ in de eerste zin zou ik aanpassen.
* kustenaar –> kunstenaar
* “Goed idee zei ik,†maar begreep er geen hout van. –> De aanhalingstekens staan verkeerd en voor ‘begreep’ hoort volgens mij nog een ‘ik’.
enkel –> enkele
‘Enkel schoonheidsfoutjes’ is wel heel erg. Dat bedoelde ik uiteraard niet. Was dus ook een schoonheidsfoutje.
Dank je voor de opmerkingen, Hay.
Dubbel “wel” betreft spreektaal. In spreektaal wordt wel meer verkeerd geformuleerd. Wonderlijk dat ik niet hoor over de “wel geen…” Dit was de directe aanleiding voor dit verhaal.
Het dubbele “ik”, daar kies ik niet voor. Kwestie van stijl.
Kunstenaar en aanhalingstekens heb ik verbeterd. Erg opmerkzaam.
Carnavalskunst, leuk stukje
Dank je José.
Soms inderdaad een kunst om achter de bedoeling te komen. Mooi beschreven.
Dank je hendrike
Leuk bedacht. ‘Wel’ lijkt een troetelwoordje
De eerste wel zou ik veranderen in weliswaar. Dan is Hay ook weer tevree.
Leonardo, welletjes weggewerkt.