‘Mam, heb ik vanmiddag training?’ klinkt het van links. Het is maandag, oneven week. ‘Ja, om vijf uur’, antwoord ik mijn zoon.
‘Mama? Weet je? Ik heb een schaaf op mijn knie. Weet je hoe dat komt?’ Rechts loopt mijn dochter, haar hand in de mijne. ‘Geen idee, schat. Vertel maar.’
‘Nou, dan kan ik niet spelen vanmiddag…’ Ik kijk naar links. ‘Nee, maar morgen wel.’
‘Nou, ik heb ‘m gestoten met buitenspelen.’ Ik kijk naar rechts. ‘Hè getsie, heeft juf er een pleister opgeplakt?’
‘Ja, dan wil ik met Abel spelen.’
‘Ja, met bolletjes. Wil je ‘m zien?’
Ik kijk glimlachend vooruit en antwoord ‘OkĂ©’.
Wat ben ik blij met mijn twee kinderen. En met mijn twee oren. Stereoblij.
Lief, Nienke. Mooi laatste woord