In mijn handen houd ik een gelinieerd vel waarop met kalligrafische letters ‘Aan mijn lieve grootmoe en grootpa’ staat geschreven. Als versiering is een poëzieplaatje aangebracht: een fleurige bloemenruiker omringd door witte duiven en twee meisjes. Aan de binnenkant is in een sierlijk handschrift een tekst geschreven:
‘Lieve grootmoe, beste grootpa
Ik kom ook kijken op dit feest
En ik bied u mijn wenschjes aan
Opgeruimd en blij van geest’
In gedachten verplaats ik me in mijn allang overleden halfzus met wie ik een generatie scheel. Hield zij het hele versje in 1932 als voordracht? Zou ze vlijtig geoefend hebben voor het smaragden bruiloftspaar?
Wie schrijft die blijft. Eénentachtig jaar later leeft hun kleindochter nog steeds voort in mijn herinnering.
Leuk is dat he? Even terug in de kindertijd te gaan.
‘Opgeruimd en blij van geest.’ Mooie zin in een mooi memorabel stukje.
@Geertje, hoe wonderschoon zo een verhaaltje uit den ouden doos en wat een waarheid: wie schrijft, die blijft…
Ja, wat een verhaaltje, hè? Dat kan je je anno 2013 niet meer voorstellen. Daarom vond ik het leuk om erover te schrijven.
@Geertje, een mooi verhaal.
Een paar opmerkingen:
– een gelinieerd vel waarin
Dat zal waarop moeten zijn, tenzij het om een ander soort vel gaat.
– Aan de binnenkant
dit lijkt mij niet goed mogelijk te zijn.
– deze kleindochter
Toch een wat lastige verwijzing, omdat het daarvoor nog over een halfzus gaat.
Hoi @Ineke. Ik heb er ‘waarop’ van gemaakt.
De binnenkant klopt. Het is een dubbelzijdig vel.
‘Deze’ gewijzigd in ‘hun’.
Hoi @Geertje dat dubbelzijdig kan ik niet opmaken uit het stuk. En dan staat het toch wat raar. Vind ik. Een bladzijde dubbelzijdig beschrijven, zie ik wel voor me. Een voor en achterkant.