Zijn tand was van ivoor. Koude pianoklanken klonken in zijn mondtorenholte. De olifant kwam regelmatig op bezoek. Hij speelde dan heel slecht piano en vertelde over zijn voorouders alsof hij het over zichzelf had. Dat de toren van het mooiste elpenbeen was waarmee zijn familie was gezegend. Altijd gepoetst en geflost. Dit keer kwam hij er niet in. Hij klopte aan de deur, maar ik deed niet open. Ik hoorde hem de lange wenteltrap afstappen, hij stopte, rende opnieuw de trappen op en beukte de deur van mijn kamer in, reeg mij door mijn keel aan zijn hoorn en speelde mooier dan ooit op de piano. Er staat gebak in de koelkast, gorgelde ik.
@Tim Mooi verhaal!
Een heel grappig verhaal.