Op 18 januari 2007 woedde er een zware storm. Op het kantoor waar ik werkte zou die middag een nieuwjaarsreceptie plaatsvinden. Eerst moest ik nog naar Amsterdam voor een diploma-uitreiking. Daar probeerde ik vanaf een station lopend te komen, maar dat lukte niet. Ik hield me nauwelijks staande. Het treinverkeer raakte ontregeld, maar er reed nog een trein naar Utrecht. De receptie was inmiddels afgeblazen; voor de weinige aanwezigen was de catering overvloedig.
Rond zessen reden er geen treinen meer. Sommigen bleven logeren. Er ging nog een lijnbus naar Rotterdam. De passagiers hoefden niet te betalen voor de rit in de overvolle bus. Je voelde de heftige zijwind krachtig op de bus beuken. Rond elf uur kwam ik veilig thuis.
@José Wat een belevenis.
Opmerking:
Rond zessen reden er geen treinen meer. Sommigen bleven logeren.
Die twee zinnen staan een beetje raar zo direct na elkaar. Dat je met sommigen mensen bedoelt, en geen treinen, is mij duidelijk, maar toch … in taalkundig opzicht klopt het hier niet. Alsof de treinen levende wezens zijn die blijven logeren.