De kinderen zijn een club begonnen voor superkinderen. Die kinderen zijn dan lid van de superclub. En ze doen allemaal super dingen. Of ik ook lid wil worden, of nee, toch niet, het is niet voor pappa’s en al helemaal niet voor jongens.
Maar wat doen die superkinderen dan de hele dag? ‘Nou’, zegt mijn dochter al fietsend in de koude wind, ‘Je mag er alleen bij als je echt supergoede dingen doet. Ik heb zondag heel veel opgeruimd voor mamma en dat is helemaal super!’ Dat vind ik ook.
Ik begin superstiekem mijn eigen superclub. Voor superpappa´s die de hele dag werken en koken en kinderen verzorgen. Een veer in eigen reet misschien. Maar wel een dikke vette superveer.
Van mij ook een veer en ik begin n superopaclub nee geen supereuropaclub ach laat ook maar
“het is niet voor pappa’s en al helemaal niet voor jongens.”
nice