Met haar hoofd vol grijze gedachten liep ze door de steegjes van Amsterdam. Af en toe wierp ze heimelijk een blik in de kerstetalages en droomde van luxe. Ze kreeg dan een verbeten trekje om haar mond. Ergens diep van binnen geloofde ze dat armoede haar enige metgezel was.
Een slanke etalagepop trok haar aandacht. De trui die met een vanzelfsprekende nonchalance om de plastic schouders hing was de allermooiste die ze in jaren had gezien. Een diep karmozijn met glinsterende kraaltjes. Hij zou haar prachtig staan.
Een traan in haar oog vocht om te mogen rollen maar ze liet het niet toe. Ze liep dapper verder en moest zich weer even oriënteren, waar was de Zeeman ook al weer?
Goed verteld, @Desiree
Dank je Ineke.