Als kleine jongen droomde hij al van een carrière als profwielrenner. De weg er naartoe was een lange en de trainingsarbeid intensief. Bij de junioren reed hij zich voor het eerst in de kijker. Hij reeg de successen aaneen en plotsklaps werd hij ‘ontdekt’. In de beschutting van Quick Step – Davitamon beroerde hij voor het eerst de pedalen als werknemer van een professionele ploeg. Zijn eerste overwinning als prof was met de GP Waregem (U23) een feit.
Een ongevaarlijke afdaling, zo heette het te zijn. Het tegendeel werd bewezen, toen hij daar zieltogend op het wegdek lag. Zijn leven vloeide op het Italiaanse asfalt langzaam uit hem weg.
De verbijstering is groot, want, Wouter Weylandt, hij is niet meer.
Je stukje geeft de verbijstering goed weer.
Volgens patholoog Armando Mannucci was Weylandt echter op slag dood. Een schrale troost aangezien hij minder geleden heeft dan wanneer inderdaad “zijn leven […] langzaam uit hem weg vloeide op het Italiaanse asfalt”
In het harnas gestorven, een heldendood. Na zijn afdaling is Wouter nu bezig met zijn laatste beklimming. Volgens mij is hij bijna aan de top. Petrus Post wacht reeds bij d’Arc de Ci-Après!
De dood en de held.
‘Ja, jongen, kijk nog maar eens goed naar papa’s foto. Zo ziet een held eruit.’ Met droge ogen, ze had het al zo vaak gezegd, en lege handen leidde ze haar kind richting dressoir. Het jongetje had ze gekregen een paar maanden na het ongeluk. Ze wilde hoe dan ook zijn herinnering levend houden. Wekelijks naar het graf, samen opnames kijken van alle etappes die hij gereden had in zijn korte carrière, de beelden van de val, en veel praten, almaar over papa praten.
Op slag dood, luidde het rapport, niet geleden dus.
Het lijden begon op dat moment.