Een slak-zonder-huisje kroop in het gras. Er hing een zoete zomerlucht van klaprozen. Hij kneep zijn ogen even dicht van genot. Toen hij ze weer opendeed zag hij twee steeltjes. Op elk steeltje zat een oog dat hem bangelijk aankeek.
‘O, je bent bloot! Ik kijk niet, hoor!’ De huisjesslak, want die was het, trok zijn ogen in.
‘Halló, ik ben een naaktslak, ik hóor bloot,’ zei de slak-zonder-huisje. ‘Kijk maar.’
‘Ben je op doortocht?’ vroeg de huisjesslak.
‘Eerlijk gezegd: ik maak een wereldreis,’ zei de naaktslak. ‘Ik ga en sta waar ik maar wil.’
De huisjesslak slikte een brokje jaloezie weg. Hij zat veel binnen, te veel, en had geen flauw idee hoe de rest van de wereld eruitzag.
Beste KateboeK, welkom op 120w! We vinden het leuk dat je meeschrijft op onze site! Als je vragen of opmerkingen hebt horen we het graag, bijvoorbeeld op ons schrijversforum. En vergeet niet dat je altijd in gesprek kunt gaan met je collegaschrijvers via de reactiepanelen.
Groeten en veel 120 woorden lees- en schrijfplezier gewenst!
De 120w-redactie