Geconcentreerd de grote schelpen openen, vastgeklemd in theedoek en hand. De voldoening wanneer de helften splijten. Voorzichtig het roomwitte vlees lossnijden, neervlijen op een schone plank. Droogdeppen met absorberend keukenpapier, zachtjes. Het eindresultaat verschijnt reeds op het netvlies. Het welbekende water loopt in de mond.
De koekenpan, waar een vermogen voor is neergelegd onder het mom van levenslange aankoop, verhitten. Een scheutje vloeibaar goud glijdt bijna wellustig over de bodem.
Eindelijk mag het, die prachtige nootjes, de Pecten Jacobeus, Sint-Jakobsschelpen liefdevol dichtschroeien, kort, kort, aan beide zijden. Peper, fijne kristalletjes zeezout. Drie vlug gewokte groene asperges naast elkaar leggen. Eerbiedig het vlees gedrieën op de asperges draperen, beetje zest. Prachtig.
Met een diepe zucht slaat het kookboek dicht.
Recente reacties