Een lekkere man, dat ben je! Lekker en heerlijk. Heerlijk zoals in Heer.
‘Verrukkelijk’, zoals Remco Campert dat zo mooi kon zeggen.
Ooit zaten ze wellicht samen aan tafel, een ontbijt, misschien wel een diner bij kaarslicht, elkaar lekker te maken met zaken die hen in de toekomst zouden kunnen overkomen.
“Ik zeg het gewoon, ik zeg dat je een goddelijk mens bent, een overheerlijk iemand, dat ik van je heb genoten!”
Ik kan er smakelijk om lachen, om de dwaze liefde voor zo’n man. Zou het water hem uit de mond hebben gelopen bij het idee alleen al? Zou hij het ook kostelijk hebben gevonden? Voortreffelijk voorbereide verheerlijking van de ene voor de andere celibataire fijnproever!
Apart, zo’n zaligverklaring!
Een gezegend stukje.