Ik sta te wachten in een heel klein zaaltje, een kleine kerk of een jaren zestig aula, het is me niet eens helemaal duidelijk, maar het is er druk. Om me heen zitten al mensen op de vloer. Alle stoelen zijn bezet en de vensters doen ook dienst als banken. Ik sta in het gangpad. Als ik achter me kijk zie ik nog steeds mensen binnenkomen. Dat kan niet, maar het gebeurt toch. We worden dichter op elkaar gedrukt. De kleine aula barst uit zijn voegen, maar iedereen blijft opmerkelijk kalm. Als haringen in een ton staan we nu te wachten. Nog zie ik mensen binnen stromen. Ik wil er iets van zeggen. Dan komt eindelijk Sinterklaas het podium op.
sint kijkt naar de menigte gelovigen in het zaaltje en schudt verbaasd zijn wijze hoofd.”Dat jullie nog in mij geloven, na al die jaren van doofpotterij in de katholieke kerk. Dat van die slavernij, is ook niet waar hoor.Het is allemaal als een spelletje begonnen in Myra en een beetje uit de hand gelopen.Dat ik zo oud ben geworden komt gewoon door mijn marsepeinmedicijn.Elke dag een tabletje”.De mensen in de zaal kijken met open mond naar de eenzame oude man op het podium.Dan begint er een te gooien, 1 noot dan 2 noten, plots regent het handen pepernoten richting de sint, die probeert met zijn mijter de hagel tegen te houden.”Hier, eet ze zelf maar op.Stop met al die leugens.”