‘Kom, kom dan, rennen!’
‘Wolf, word wakker! Heb je het al gehoord? Waar blijf je nou?’
‘Pas op, niet struikelen!’
‘Die kabouters lopen in de weg!’
‘Hé reus, mag ik op je schouder?’
‘Weten jullie waar de elfen blijven?’
‘Wacht op mij! Ik ben mijn rode jas kwijt!’
‘Schiet op!’
‘Is de prins er al? En de…?’
‘Shht!’
‘We waren al bang dat het nooit meer zou gebeu…’
‘Shhhhht!’
En daar staan ze dan, naast elkaar aan de rand van het bos, allemaal stil. De kikker houdt zijn adem in, de heks knielt.
Daarginds in de sneeuw, in het licht van de winterochtendzon, daar, tussen twee stekelstruiken, komt heel voorzichtig, een beetje trillend nog, een pluizig, pasgeboren, schitterend sprookje tevoorschijn.
Leuk! Ik ben er stil van.
Dit is zo mooi, ik ben er helemaal stil van.
Wauw, echt fantastisch!
In alle betekenissen van het woord sprookjesachtig.
Erg leuk bedacht!